Baangebruik in de winterperiode

De volgende uitgangspunten bepalen wanneer gespeeld mag worden:

  • Bij droge vorst kan gewoon getennist worden.
  • Bij sneeuw het kunstgras niet bespelen en de sneeuw op natuurlijke wijze laten verdwijnen. Dus niet gaan vegen en schuiven!!
  • Bij opdooi, dus na de vorstperiode, mag er niet getennist worden.
  • Bij ijzel mag er niet getennist worden.
  • Het constateren of de vorst uit de grond is vindt als volgt plaats:
    • Het water in de sloot is niet meer bevroren
    • Bij het stampen op de tennismat klinkt er geen hol geluid meer.

Opdooi is te herkennen aan een zachte bovengrond en/of plassen water op het kustgras. Door de bevroren ondergrond kan de neerslag niet afgevoerd worden, totdat de vorst uit de grond is. De bovenlaag is dan zacht en door het bespelen gaat de grasmat verschuiven en wordt de ondergrond bobbelig. De banen kunnen dan niet bespeeld worden tot de plassen verdwenen zijn.

Mogelijk zijn de banen daarna enigszins zacht, maar deze stabiliseren zich weer nadat er enige tijd op gespeeld is.

Het is in het belang van onze banen dat er pas gespeeld wordt als de banen weer vrijgegeven zijn. Het op eigen beweging weer in gebruik nemen van de banen is niet aanvaardbaar!